Archief voor Leif Edling

Abstrakt Algebra II

Posted in A, Abstrakt Algebra with tags , , , , , on 12 mei 2011 by martijnvh

 

Abstrakt Algebra II (Unreleased album, 1997)

Het tweede Abstrakt Algebra album is nooit officieel onder deze naam uitgebracht. De meeste nummers zijn op het album Dactylis Glomerata van Candlemass terug te vinden, maar dan in een herbewerkte versie met een andere zanger en gitaristen. Op de heruitgave van Dactylis Glomerata uit 2008 is Abstrakt Algebra II als bonus cd toegevoegd. Het klinkt allemaal nogal ruw, maar dat heeft ook wel zijn charme. Wat verwacht je anders van een niet afgemaakt album. Het album werd opgenomen in de Sunlight Studio’s van Tomas Skogsberg, die vooral bekend staan om het buzzsaw geluid van Entombed en Dismember begin jaren negentig. En dat was blijkbaar een probleem voor Abstrakt Algebra, want volgens Leif Edling in het cdboekje hadden ze de verkeerde studio en producer gekozen. Hierdoor konden ze het juiste geluid niet vinden en na een poos zat Leif diep in de schulden en had hij geen album. Platenmaatschappij Music For Nations bood hem toen geld aan om het album af te maken, maar wel onder de naam Candlemass en met een zwaarder geluid. Zo stierf dit album dus, tot het als extraatje werd uitgegeven.

Zoals eerder gezegd is het geluid erg ruw, maar ik vind dat het wel wat heeft. Bij het ene nummer past het beter dan bij het andere. Met het materiaal op zich is eigenlijk niets mis. Leif dacht daar hetzelfde over, want van de drie nummers die niet op Dactylis Glomerata terecht kwamen, zijn er twee op het debuutalbum van Krux terecht gekomen. Alleen Bug Queen is nooit opnieuw opgenomen, maar dat is een kutnummer en dus terecht achtergebleven. Ik ben zo’n muzieknerd die het altijd erg interessant vind om verschillende versies van nummers te horen, dus voor mij heeft dit album zeker een toegevoegde waarde. Maar ik wil het nu graag op zijn eigen krachten bespreken en juist niet vergelijken met Dactylis Glomerata.

Het album begint met 3:rd Child From the Sun. Het eerste wat opvalt is een idioot hard staande bas die door het hele nummer heen dreunt, maar naarmate het nummer voortduurt waardeer ik de extra groove die dit aan het nummer toevoegt wel. Net als op het vorige album zijn het weer de vocalen van Mats Levén die het nummer iets bijzonders meegeven. Zijn stem klinkt net iets doorleefder ditmaal. Op Dustflow begeeft Abstrakt Algebra zich op bekend terrein, met een uitgebreide intro en outro waarin de nadruk ligt op vage geluiden van Moog synthesizers en theremins, bespeeld door Carl Westholm en gastmuzikant Måns P. Månsson. Ik wou die naam er graag even in hebben omdat ik niet verwacht nog vaak twee keer een å achter elkaar te gebruiken. Naast Mats, Carl en Leif is drummer Jejo Perkovic de enige die is overgebleven van de vorige line-up. Met andere woorden, alleen de gitaristen zijn vervangen. Waar op het vorige album nog twee gitaristen ingezet werden, is er nu slechts één te horen, met de naam Patrik Instedt. Vooral de afwezigheid van Mike Wead valt op, door het gebrek aan solo’s. Leif zelf benoemt het geluid van Instedt als minimalistisch en daar kan ik me ook wel in vinden.

Zoals jullie misschien al opmaakten uit het gebrek aan links naar de nummers is dit album niet op youtube te vinden. Daarom ga ik nu even linken naar de heropgenomen versie van Thirst op Dactylis Glomerata. Dit nummer verschilt nauwelijks van de versie op Abstrakt Algebra, hoewel de zang net iets minder is. Thirst is het meest compleet klinkende nummer van Abstrakt Algebra II en bovendien ook het meest intrigerende. Je kan hier goed op merken dat Leif nog steeds probeerde de grenzen van metal te verkennen, in dit geval door de toevoeging van een zeer jazzy klinkende piano en bas. Ik vind het een erg geslaagd experiment.

Het is dan ook jammer dat het wordt gevolgd door Bug Queen, wat zoals eerder gezegd is een kutnummer is. Er wordt hier een contrast gezocht tussen traag en snel, tussen gesproken woorden van Mats en geschreeuw, maar er werkt hier niets. Het eerste nummer waar ik een probleem heb met de ruwe productie. De drums klinken nergens naar en als de gitaren snel spelen valt er nauwelijks onderscheid te maken tussen de riffs. Maar ook met goede productie was het een waardeloos nummer geweest. Mats Levén laat het gesproken gedeelte veel te overdreven dramatisch klinken en met tekst als “the planets exploded and one thing was certain, it was ecstasy” klinkt het gewoon als vaag geneuzel. Op het nummer Lydocain God treedt eigenlijk hetzelfde probleem op, zodra er in het refrein geschreeuwd wordt en sneller wordt gespeeld klinkt het nergens naar.

Het sterkste punt van het album is dat het door de productie wel een eigen geluid heeft. Wanneer er trager wordt gespeeld, wat regelmatig gebeurd, wordt er hierdoor een duistere sfeer opgeroepen die wel erg geslaagd is. Dit heeft ook veel te maken met de drums. Er zit misschien weinig variatie in de klank ervan, maar ze klinken enorm, waardoor een drumroffel als het gerommel van donder klinkt. Dit zorgt ervoor dat Enigma, het laatste nummer van het album toch veel indruk maakt. Dit nummer sluit het album af met de woorden “Love will conquer love”, wat een mooi contrast vormt met de donkere klanken van de rest van het album. Dat somt bovendien het idee van Abstrakt Algebra wel goed samen. Het werkt misschien niet altijd en de band was duidelijk geen succes, maar ik ben blij dat Leif het in elk geval geprobeerd heeft.

Ikzelf sluit hieronder af met het enige nummer dat onveranderd op Dactylis Glomerata terecht is gekomen, Cylinder. Een vrolijk instrumentaal deuntje van Carl Westholm.

Abstrakt Algebra

Posted in A, Abstrakt Algebra with tags , , , , , , , , on 8 mei 2011 by martijnvh

Abstrakt Algebra (Megarock Records, 1995)

De band die Leif Edling oprichtte nadat Candlemass begin jaren negentig uit elkaar viel. Leif was altijd al het muzikale brein achter Candlemass, dus het is niet zo vreemd dat ook dit album een klein meesterwerk is. Zoals gewoonlijk speelt Leif basgitaar, maar heeft hij wel alle muziek en teksten geschreven. Het is een erg ambitieus album. Ik weet niet of het direct voorkomt uit de frustraties van het uiteenvallen van Candlemass, maar de teksten stippen deze keer onderwerpen aan die je in de meestal fantasygerichte nummers van Candlemas niet vaak tegen kwam. Er wordt tegelijkertijd uiting gegeven aan de frustraties van het dagelijks leven als dat een soort aansluiting wordt gezocht met een hoger metafysisch idee, wat nooit echt precies duidelijk gemaakt wordt. Maar in plaats van mijn hoofd hierover te breken, kan ik misschien beter Leif zelf hierover het woord laten doen. Zoals hij zegt in het cdboekje:

“Abstrakt Algebra is about life and the unexpected that lies waiting behind every corner of the long and twisted road of existence. The strife to seek truth, completeness and love. It’s about those sudden events that affect the daily perils of the common man, you and me. The abstract that always tend to move these frail circles we build our lives about. Call it random or call it destiny – I call it reality.

Leif Edling, January 11, 1995.”

Ambitieus dus. En dat is terug te horen in de muziek. Met Leifs achtergrond in Candlemass zou je verwachten dat ook dit album doom metal is, maar eigenlijk zijn de meeste nummers veel te snel om doom metal te kunnen noemen. Bovendien zitten er industrial elementen in, vullen subtiel pianowerk en andere keyboardeffecten de achtergrond in en duiken er regelmatig samples op. Het lijkt me dan maar het beste om er zelf naar te luisteren. Stigmata is het openingsnummer, wat meteen alle elementen die ik hiervoor beschreef bevat. Het zet perfect de toon voor het album dat volgt. De militaristisch aandoende openingsdrums en het stemgeluid van Mats Levén lijken mij “the long and twisted road of existence” van Leif wel te benaderen. Mats Levén heeft misschien niet het bereik van Messiah Marcolin uit Candlemass, maar het ruwere element in zijn stem zorgt ervoor dat ik hem veel serieuzer kan nemen. Hij geeft gewicht aan regels als

It’s called frustration.

So called frustration.

Who needs frustration?

I need frustration.

We need frustration.

die ook verkeerd zouden kunnen vallen. Als ik ze opschrijf ziet het er meteen een stuk idioter uit dan wanneer ik ze hoor. Kan je nagaan wat dat operagekweel van Messiah er mee had gedaan. (Hahaha en dat zeg ik dus als groot Candlemass fan waarvan alle albums een trotse plaats in mijn collectie innemen. Stiekem houden we allemaal wel van die rare krullenbol in zijn monnikskap.)

Stigmata wordt opgevolgd door mijn favoriete nummer van het hele album, namelijk Shadowplay. Mike Wead krijgt hierin de kans om met zijn gitaarspel op de voorgrond te treden en hij doet dat met verve met enkele mooie solo’s en zeer fel spel. De furieuze opening van het nummer geeft Shadowplay direct een urgentie en kracht die het hele nummer aanhoudt, ook als het tijdens het refrein en op het eind vertraagd. Dat Mike Wead voor het opnemen van Nightfall nog in Candlemass heeft gezeten, maar er uit is gezet omdat hij te snel speelde wordt tegelijkertijd erg jammer, maar ook volkomen begrijpelijk als ik hier naar luister. En dat terwijl ik het gitaarspel niet eens het sterkste punt van het nummer vind. Nee, dat is namelijk het moment dat het refrein invalt, de muziek vertraagt en er op het moment dat Mats Levén “You’re nothing. A shadowplay.” zingt, toetsen invallen en de tekst perfect ondersteunen. Keyboards worden vaak verfoeid in metal, maar dat komt doordat zoveel waardeloze powermetal bands niet weten hoe ze gebruikt moeten worden. Als ze, zoals hier, worden gebruikt om de muziek te ondersteunen kunnen ze een nummer echt verrijken.

De eerste twee nummers bevatten misschien wat elementen die je niet van Leif Edling zou verwachten, maar het zijn wel alle twee echte heavy metal nummers die zijn oude fans zouden moeten aanspreken. In de loop van het album komen er echter steeds meer nummers langs die wat experimenteler zijn. Nameless lijkt eerst het meest traditionele doomnummer van het album te worden, maar krijgt dan opeens vage spacerockinvloeden waarna het nummer via allerlei samples overvloeit in Abstrakt Algebra, wat wel de meest traditionele doomstructuur heeft maar jammer genoeg ook het saaiste nummer van het album is.

Dan hoor ik liever de echt experimentele nummers voor Leifs doen, zoals het sterk industrieel getinte Bitter Root en Vanishing Man. In Bitter Root zit dit element hem vooral in het nogal simpele drumritme, wat het tempo van het gehele nummer bepaalt. In combinatie met een heerlijk telkens herhaalt gitaarriff en een bijzonder geïnspireerd klinkende Mats grooved dit nummer als een motherfucker. Vanishing Man omarmt de industrial invloeden nog sterker, met vocalen die vooral voor het gesproken woord kiezen en een ritmisch metalen geklonk op de achtergrond. Natuurlijk zijn de meest interessante nummers van het album niet op youtube te vinden, want zo werkt the long and twisted road of existence nou eenmaal. Dat is volgens mij precies the abstract that always tend to move these frail circles we build our lives about. (Ik weet dat het daar tends zou moeten zijn, maar ik quote Leif graag accuraat, danwel niet grammaticaal, maar wel zoals hij het geschreven heeft.)

Natuurlijk staat het magnum opus van het album dus ook niet op youtube. Het vijftien minuten durende Who What Where When, waarvan “the middle part is dedicated to Geddy, Alex and Neil”. De goed onderbouwde muziekliefhebber herkent daar de bandleden van de progressieve rockband Rush in, namelijk Geddy Lee, Alex Lifeson en Neil Peart in. Nu ben ik zelf niet goed genoeg onderlegt in de muziek van Rush om te kunnen beoordelen of het een geslaagd eerbetoon gaat, maar voor deze ongetrainde oren klinkt het verdomd goed. Ik weet trouwens dat dit een gat in mijn muzikale opvoeding is. Ik bezit zelfs de albums 2112 en Moving Pictures van Rush, maar de vonk is nooit helemaal overgeslagen. Het instrumentale middendeel van Who What Where When vind ik wel erg cool, met de uitgespannen leadgitaarstukken. Ik meen zelfs in de plotselinge versnelling een knipoog naar YYZ van Rush te herkennen. Dus wie weet ben ik wel voldoende muzikaal onderlegt, maar voel ik me alleen onbekwaam omdat ik geïntimideerd ben doordat ik maar twee albums ken uit de veertig jaar durende carrière van Rush. Zijn er Rush fans die toevallig ook Who What Where When kennen en hier een mening over hebben? Ik hoor het graag.

(Leuk irrelevant feitje: ik ken YYZ van de skatevideo Second Hand Smoke die ik ooit nog van Pascal of Pips heb gekopieerd door middel van de tv-video combinatie van mijn zus. Nog steeds één van de vetste skatevideo’s die ik heb gezien en dus ook de belangrijkste reden dat ik Moving Pictures heb gekocht. Vooral het stukje met Rodney Mullen is geweldig. Belangrijkste reden dat ik 2112 heb gekocht? Hij lag samen met Moving Pictures op de 4 voor 20 euro tafel van de Boudisque.)

Dus dan laat ik jullie maar achter met een embed van het enige experimentele nummer dat wel op youtube staat, namelijk April Clouds. Zoals jullie horen draait dit nummer vooral om het orgelspel van Carl Westholm, die alle keyboards op dit album bespeelt. Interessant hieraan is dat Leif Edlings solo album uit 2008, Songs of Torment, Songs of Joy, vol staat met vergelijkbare nummers. Ook deze draaien vooral om trage riffs van Leif en orgelspel van Carl Westholm. Abstrakt Algebra was geen groot succes toen het uitkwam, maar de ideeën die hierop tentoongesteld zijn, zijn wel overal in Leifs latere werk terug te vinden. Vooral in Krux, waar hij met Mats Levén herenigd werd, is dit terug te horen, maar ook in de latere Candlemass albums is het te merken, al is het maar omdat Carl Westholm ook hier opduikt om subtiel toetsen werk te verzorgen.

Dat Abstrakt Algebra geen succes werd vind ik trouwens niet zo raar, want het heeft de lelijkste albumcover ooit. Wie dacht er ooit dat het een goed idee was dit op de voorkant te zetten? En wie noemt zijn band nou Abstrakt Algebra? Stoot je dan niet alle potentiële luisteraars af die een hekel aan wiskunde hadden op school? (Net als ik.)

Dit album is trouwens gemasterd door Peter in de Betou. Die gast heeft volgens mij zowat elk Zweeds metal album dat in de jaren negentig uitkwam gemasterd, dus hij krijgt zijn eigen tag. Ik ben benieuwd hoeveel albums daar uiteindelijk onder komen te staan.